De tuin van de goden.

Als de Griekse goden even genoeg hadden van hun besognes op de Olympus, dan trokken ze zich terug in hun “tuin”, het schiereiland Pilion (aan de oostkant van Griekenland). En nu ik er geweest ben begrijp ik dat heel goed. Het is er prachtig: bergachtig, maar glooiend en mooi groen en er bloeien honderden soorten bloemen.

Ik maakte een planten/tuinenreis met Gardentours naar dit gebied. Onder leiding van Wiert Nieuman, die werkelijk alles van planten weet, dompelden we ons onder in de wereld van de wilde planten. Soms met de bus, gewoon in de berm, soms wandelend over oude “kalderimi” (stenen voetpaden) ontdekten we hoe rijk de flora in deze streek is. Overal in het veld geuren lavendel, salie, rozemarijn en tijm, terwijl die laatste twee planten bij mij dit jaar de winter weer eens niet overleefden.

 

 

 

 

 

 

 

 

geel zonneroosje (helianthemum)                        blaassilene (silene vulgaris)

Plantjes die je bij ons alleen in de tuin ziet (asperge, vogelmelk, cistus, wolfsmelk). Zeldzame planten als zonneroosje, blaassilene en slangenkruid en planten die bij ons vrijwel niet voorkomen: paarse morgenster, kuifblauwedruif en vooral de orchideeën.

 

 

 

 

 

 

 

 

paarse morgenster (tragopogon porrifolius)   wolfsmelk (euphorbia)

De Cistus

Je ziet hem overal langs de kant van de weg, de Cistus, een gedrongen struikje met roze of witte bloemetjes. Op het eerste gezicht lijkt de Cistus op een hondsroosje. Maar het blad is anders en het is zelfs geen familie van de roos.  Onder de Cistusstruik staat heel vaak een parasiet: de Cytinus hypocistus. Je moet dat wel weten anders zie je ze niet, maar we zagen ze bij tientallen: een knalrood bolletje, dat uitsluitend parasiteert op de Cistus.

 

 

 

 

 

 

 

Een volgende keer verder, want er valt nog zoveel te vertellen. Over de tuinen, de bomen, de orchideeën enz. Wordt vervolgd dus!