Het is een echte Nederlandse zomer aan het worden: na regen komt zonneschijn en andersom. Ideaal weer voor slakken dus. Die houden van vochtigheid.
![slakken3](https://stiensbuitenblog.wordpress.com/wp-content/uploads/2021/07/slakken3.jpg)
Vanmorgen kwam ik op weg naar het ziekenhuis enorm veel naaktslakken tegen in de bosjes langs het pad. Het had tevoren flink geregend dus ze hadden een lekker regenbad kunnen nemen. Ze hingen nu relaxt in de takken.
Naaktslakken
In de tuin zijn naaktslakken wel de grootste veelvraten. In een ommezien hebben ze je malse jonge plantjes op. Er zijn wel middeltjes om ze af te remmen: geplette eierschalen rondom de plantjes, koffiedik strooien, lavendelplanten langs de rand, biervallen in glazen potjes. Allemaal helpt het iets. Maar als er een flinke ploeg slakken aanwezig is, dan laten ze zich nergens door afremmen. Wat mij nog het beste bevalt is preventief slakkenkorrels strooien vroeg in het voorjaar. Ik strooi dan op de plekken waar ze zich verstoppen om eitjes te leggen. Onder een heg, onder de varens, onder een paar plankjes, onder grote bloempotten etc. etc.
Segrijnslakken
Van de huisjesslakken in mijn tuin is de segrijnslak de grootste. Deze slak wordt ook wel kleine wijngaardslak genoemd. De echte, Franse wijngaardslak is nog veel groter.
![DSCN2400](https://stiensbuitenblog.wordpress.com/wp-content/uploads/2019/04/dscn2400.jpg)
Ook deze slakken ruim ik zonder pardon op, ze vreten net zo veel als de naaktslakken. Het schijnt dat je ze kan eten, net zoals de grote wijngaardslak. Maar daar komt nog wel wat bij kijken. Je moet ze eerst laten ontgiften. Cees Nooteboom beschrijft hoe hij eens dacht een lekker maaltje wijngaardslakken bij zijn huisje op Menorca geraapt te hebben. Ze waren niet te eten zo bitter. De buren legden lachend uit dat iedereen toch wel weet dat je ze eerst een paar weken moet laten hangen in een zak, zodat ze hun bittere ontlasting kwijt kunnen. Ik heb dit uit het boekje “Rode regen”, een verzameling verhalen (anekdotes) o.a. over zijn wederwaardigheden in het Spaanse dorpje. Een leuk lichtvoetig boekje.
Daarnaast zie ik nog andere, kleinere slakken. Die laat ik zoveel mogelijk met rust. Ze hebben vaak mooie kleuren, zoals deze rode op de stok. Vaak ook zijn ze gestreept, geel/zwart of rood/bruin. Ze herinneren me aan mooie veelkleurige knikkers.
![dscn1298](https://stiensbuitenblog.wordpress.com/wp-content/uploads/2016/09/dscn1298-e1475153939617.jpg)
Deze eten hoofdzakelijk afgevallen plantenresten die al op de grond liggen. Natuurlijk nemen ze ook wel eens een plantje mee, maar dat staat in geen verhouding tot de andere veelvraten.
En o ja, dan nog een weetje: wij denken altijd dat slakken langzaam zijn. Maar als je ze over de heg gooit, zoals een vriend doet, of in een emmertje wat verder weg brengt, dan zijn ze in korte tijd terug op hun oude stek.
Recente reacties