Van Vleuten naar het Maximapark

Stadse Trage tocht Vleuten (10 km)

De trein naar Vleuten zit mudjevol met sprookjesachtige mensen, elfen m/v, koninginnen, meisjes met bloemen in het haar enz. De mannen zijn in de minderheid, maar ze zijn er wel. Het blijkt dat ze allemaal naar “Elfia” gaan, een sprookjesachtige dag bij kasteel De Haar. Wat dat is weet ik niet. De dames, die ik het vraag, gaan voor de eerste keer en weten het ook niet precies.

DSCN9192

In Vleuten ga ik in mijn eentje rechtsaf, de elfen verzamelen zich bij de bushalte. Tijdens het eerste stuk van deze Trage Tocht bedenk ik dat ik ook beter naar “Elfia” had kunnen gaan. De route slingert door een woonwijk, het is een saai stukje. Pas als ik bij het gemaal kom, wordt het beter. De woonwijk ligt nu aan mijn linkerhand. Aan de rechterkant loop ik in het groen over een graspad langs het water.

Ik volg dit water een tijdje tot ik in de perenwijk kom, de straten hebben hier namen van perenrassen: Clappsperenlaan, Souvenirperenlaan enz. Dan door naar de tuinenbuurt (Heidetuin, Bloementuin enz.) en via een aantal vlonderpaden kom ik bij een winkelcentrum.

Na een kopje koffie ga ik verder voor de betere helft van deze wandeling: richting het Maximapark. Het is leuk om nu eens vanaf deze kant het park binnen te lopen. Meestal ga ik vanaf station Terwijde, dan kom je meteen in de “Binnenhof”. Nu kom ik via brede lanen (de Buitenhof). Het park is hier heel ruim opgezet. 

 

japanse tuin

Als ik het bordje “Japanse tuin” zie, wijk ik van de route af om die te gaan bekijken. De laatste keer dat ik hier was, was hij nog niet af. Nu is er meer “Japans” te zien, mede dankzij de vele rododendrons en azalea’s. En ik zie er een bloeiende sneeuwklokjesboom. Het is niet zo’n soort tuin als die bij Clingendaal, deze is veel ruimer opgezet. In Japan zijn ook niet alle tuinen hetzelfde. (Meer over soorten Japanse tuinen beschreef ik hier).

DSCN9203Over houtsnipperpaden met wat heuveltjes kom ik weer terug op mijn route. Via de Beukenboslaan, waar ik al die blauwe hyacintjes zag uit mijn vorige blog. Over de brug en dan binnendoor naar de Vlinderhof.

DSCN9213kop    vogelmelk

Het is altijd leuk om door de Vlinderhof te wandelen. Een konijntje huppelt voor me uit en lijkt totaal niet bang van mensen. Een aantal echte voorjaarsbloeiers is al uitgebloeid. Hier en daar zie ik vogelmelk en salomonszegel. De alliums beginnen paars te kleuren.

allium

Omdat ik wat langer in de Vlinderhof ben gebleven en ook veel tijd heb besteed aan het bewonderen (en foto’s maken) van de bluebells, maak ik de route niet helemaal af. Waar het Van Dugterenpad naar links buigt, ga ik rechtsaf in de richting van de Oude Utrechtseweg. In plaats van terug te gaan naar het station in Vleuten, opnieuw door een (andere) woonwijk, loop ik zo naar het station Terwijde. Dat is minder woonwijk.

Het was inderdaad een Stadse Trage Tocht. Je vindt hem op de wandelzoekpagina.

Hier meer over de Vlinderhof en over het Maximapark.

Bluebells in het Maximapark

In het voorjaar kleuren in Engeland hele stukken bos blauw door de bluebells, de wilde hyacint (Hyacinthoides non-scripta). Maar voor al dat blauw hoef je niet zo ver weg. Ik zag het nu in het Maximapark in Utrecht.

DSCN9205kop

Inheems maar zeldzaam

De wilde hyacint {Hyacinthoides non-scripta) is inheems in West Europa en komt in nog op enkele plekken in de wilde vorm voor. In de meeste gevallen zijn het verwilderde tuinplanten, ze zijn namelijk ook veel aangeplant als stinzenplant bij landhuizen. De wilde hyacint is een schaduwplant, je vindt hem daarom vaak in bossen, onder de bomen. Het is een kieskeurig plantje: niet te rijke grond, maar ook niet te arm; niet te zuur, maar ook niet te kalkrijk. In Nederland zijn er vrijwel geen zuivere inheemse hyacinten aanwezig. Er is namelijk een

Spaanse concurrent

De wilde hyacint wordt stevig beconcurreerd door de Spaanse hyacint (Hyacintoides hispanica). Die is veel minder kieskeurig over de grond en wil ook best in de zon staan. Je snapt het al, deze hyacint is veel makkelijker in de omgang.

Toen ik op het internet ging zoeken zag ik dat er verschillende namen door elkaar heen worden gebruikt: wilde hyacint, Spaanse hyacint, bos hyacint. Toch zijn er verschillen.

DSCN9207kop

Onderlinge verschillen

Er zijn onderlinge verschillen, behalve die van de eisen aan de standplaats:

  • De wilde hyacinth wordt ca. 15-30 cm. hoog.
  • De bloemen staan min of meer aan dezelfde kant van de stengel en hangen dezelfde kant op.
  • De bloemen zijn diepblauw.
  • De wilde hyacint geurt.
  • De Spaanse hyacint wordt ca. 40-50 cm. hoog.
  • De bloemen staan verspreid aan de stengel.
  • De bladeren zijn breder dan die van de wilde hyacint.
  • De bloemen zijn lichterblauw dan die van de wilde hyacint.
  • De Spaanse hyacint heeft geen geur.

Allebei de soorten zijn te koop als tuinplant (bolletjes). Daarnaast zijn er veel kruisingen ontstaan (hybriden). Soms toevallig, vaak ook gekweekt. Die heten dan meestal boshyacint, soms met de toevoeging non-scripta, soms met hispanica. Gekweekt zijn ze ook in het roze.

Ik durf niet te zeggen of dit blauwe tapijt in het Maximapark van de wilde of van de Spaanse hyacint is. Of, ook mogelijk, een kruising.

Om ervan te genieten hoef je dit natuurlijk niet allemaal te weten. Ga gewoon een poosje op een bankje zitten kijken.

Door het koude weer zullen ze iets langer staan te bloeien dan normaal. Maar wacht niet te lang om te gaan. Vorig jaar was ik net te laat en dan zie je een treurig veld met bruine uitgebloeide bloemen.

Lente in de tuin

DSCN9179Nu de temperaturen milder worden en de regen minder hevig, zie ik de tuin opleven. Vooral van de voortuin word ik vrolijk. De blauwe druifjes zijn uitgebloeid, de roze boshyacinten zijn nu aan de beurt. Ze combineren mooi met de judaspenning, die nu ook bloeit. Langs de rand doen de muurbloempjes nog steeds volop mee. Ja, in het voorjaar is mijn voortuintje op zijn mooist.

DSCN9186kop

Intussen begint het ook te kleuren in de achtertuin. De clematis staat zit vol bloemen. Her en der komt de Oostindische kers alweer boven de grond. Die hoef ik niet meer te zaaien, ze zaaien zich zelf royaal uit. Ook de judaspenning zaait zich elk jaar uit met wolken witte bloempjes.

En dan de lelietjes-van-dalen, ik heb ze onlangs met handenvol uitgegraven. En nog steeds steken ze de kop op, ik ben bang dat ze de aardbeienplanten tekort doen.

In de kruidenhoek is al het al behoorlijk groen. Salie en tijm bleven natuurlijk staan. De bieslook blijft nog wat achter, maar de lavas (maggiplant) is fors. Eigenlijk te groot voor het hoekje.

DSCN9185

Vandaag plantte ik de eerste dahlia’s in de grond. Allemaal hebben ze al flinke uitlopers gekregen in hun dozen op zolder. Tja, op die zolder was het ook niet echt koud.

Zojuist at ik de eerste rabarber en ik maakte een salade met de eerste pluksla met paardenbloemblad.

dscn9171kop

Ja, het is nu echt lente. Zou deze kever toch nog te vroeg zijn wakker geworden?

“Farming Textiles”

Wat zijn er toch bijzondere kunstenaars, die gebruik maken van bijzonder materiaal en/of bijzondere technieken. Al eerder liet ik werk zien van Claudy Jongstra, die weeft met wol van haar eigen schapen en kleurt met verfplanten uit eigen tuin. Dit wandkleed van haar hangt in museum Kranenburgh in Bergen (NH).

20240330_125922

Ik was daar vanwege een andere kunstenares : Diana Scherer. Ook zij werkt met natuurlijk materiaal. Maar ze gaat nog een stap verder: ze werkt met de weefsels die plantenwortels zelf maken. De tentoonstelling heet “Farming Textiles“. Enthousiast gemaakt door een vriendin ging ik erheen. Het was de reis naar Bergen waard.

20240330_130140Je hebt het misschien wel eens gezien: bij een plant die in een te kleine pot groeit, vormen de wortels zich helemaal naar de pot.

Diana Scherer fotografeerde die wortelstructuren. Gaandeweg kwam het idee om er meer mee te doen en met die wortelstructuren te gaan experimenteren. Het bleek dat grassen (tarwe en haver) het geschiktste zijn omdat de wortels samenwerken. Ze zaaide ze op een dun laagje aarde onder groeilampen, besproeide het regelmatig en na een tijdje kon ze het “oogsten”.

In de museumzaal is dit groeiproces te zien. Na het “oogsten” laat ze het werk drogen, ze snijdt het gras eraf, de aarde zakt er langzaam uit en het patroon van de gedroogde wortels wordt zichtbaar. Tot zover de techniek. Over die technische uitwerking is ze terughoudend, ze wil het bijzonder houden. Dat is spannender voor de kijker.

20240330_132008 (1)

De kunst zit in het ontwerpen. Ze maakt composities op haar computer van min of meer symmetrische structuren. Daar maakt ze mallen van, die ze inzaait. Hoe dat werkt heb ik in het museum niet gezien. Voorbeelden van die structuren haalt ze ook weer uit de natuur, spinnenwebben bijvoorbeeld, vlinders, of een doorgesneden rode kool, maar ook sporen van autobanden in de grond.

20240330_131916In museum Kranenburgh is het resultaat te zien, soms enorm groot, soms klein en ingelijst achter glas. Kantachtige weefsels, een enkele keer gecombineerd met stukjes gekleurde stof. Er liggen ook een paar opgerolde “kleden”, een tussenvorm waarin je het gras nog ziet.

Door het drogen worden de wortels heel sterk en is het werk lang houdbaar. Maar toen ik na afloop een rondje door de museumtuin liep, lagen daar ook een paar van die opgerolde kleden, die teruggegeven werden aan de natuur.

20240330_131437

“Farming Textiles” is nog maar kort te zien, na 7 april a.s. is het afgelopen. Als je deze week nog tijd hebt zou ik gaan. En anders: Diana Scherer, onthoud die naam! Hierna gaat het werk naar Milaan, maar het komt vast nog wel eens in een museum dichterbij.

Meer over deze tentoonstelling, inclusief een podcast met Diana Scherer, vind je hier.

“Lente in het zwarte gat”

Soms dient een onderwerp voor een blogje zich vanzelf aan.

Toos&Art schrijft op haar blog over “het zwartste zwart” in de kunst. Hoe zwart nog zwarter kan en welk effect zwart heeft. Over de zwarte gaten van Anish Kapoor, die het alleengebruik claimt van een bepaalde kleur zwart. En hoe hier dan weer de draak mee gestoken wordt door anderen. Waarin een groot kunstenaar toch ook klein kan zijn. Lees zelf maar hier. 

De website van ILFU ( International Literature Festival Utrecht) komt vandaag met gedichten van Yentl van Stokkum over “Lente in het zwarte gat”.  Zwarte gaten: gebieden waar niets – zelfs geen licht – uit kan ontsnappen of waar, zoals Yentl van Stokkum dicht, ‘dingen verloren gaan’. Vandaag zes nieuwe gedichten van deze dichter, waarin ze zich afvraagt hoe dat zou zijn: lente in een zwart gat.

Ik kan het niet laten, dit wil ik bij elkaar brengen. Wat dat zegt, zoveel zwart ineens? Ik weet het niet, dat is iets om nog eens over te filosoferen. Voor nu neem ik één gedicht over. Voor de andere zie de website van ILFU.

“ook in het zwarte gat wordt het lente
gok ik en probeer de lengte ervan te meten
een exacte datum te bepalen
in het zwarte gat is tijd tollend afwezig
toch proef ik lente in mijn mond ik
maal de lente tussen mijn tanden
ik schuif een dun reepje lente over mijn brood
vooruit
kleine hapjes
bloesem bloesem en hoe ik altijd naar gehavende knoppen hunker

grote vragen zijn: moet ik mijn boom snoeien
in het zwarte gat is het amper maart
en vooralsnog blijft het onduidelijk
of appelbomen in een zwart gat gedijen

maak ik mijn boom kwetsbaar
beschadig ik mijn boom
wakker lig ik ervan
dit zou een zoete tijd moeten zijn”

Yentl van Stokkum (2024)

Ik wens jullie kleurrijke Paasdagen!

DSCN0178kop

Lente in Park Schothorst

Hoera, vandaag 20 maart is de lente officieel begonnen. In mijn hoofd zat de datum 21 maart, maar het blijkt nu al te zijn. Het was een echte lentedag vandaag, al een paar dagen zelfs.

Begin van de week wandelde ik naar park Schothorst om te kijken hoeveel lente er al te zien was. Helaas, er waren geen lammetjes bij de schaapskooi.

Maar verder was er veel te zien. Ik liep de “4-landschappentuin” in. Hier worden de vier verschillende landschappen uit de omgeving nagebootst in het klein:

DSCN9150kop

  • Eemland
  • Gelderse Vallei
  • Utrechtse Heuvelrug
  • “De stad als rots”

Het bremstruweel (Utrechtse Heuvelrug) stond volop in bloei. In een struweel staan verschillende struiken. Behalve brem (Cytisus scoparies) staat daar ook gaspeldoorn (Ulex europaeus) tussen. Dat lijkt heel erg op elkaar, behalve dat gaspeldoorn – de naam zegt het al- doorns heeft. Gaspeldoorn is ooit uitgezaaid langs het talud van de A28 bij Leusden en heeft zich vandaar links en rechts verspreid. Toch is het geen exoot, gaspeldoorn komt hier al voor sinds de middeleeuwen. Toen gebruikte men de doorns in gespen. Gaspel is een oud woord voor gesp. (Dit staat te lezen op het informatiebord). Dit is droge zandgrond.

DSCN9149kop

Even verderop kom ik langs het wilgenbroekstruweel (Beekdalen van de Gelderse vallei). Hier vind je vooral wilgensoorten, maar ook wilde gagel (Myrica gale) en vuilboom (Rhamnus frangula) die ook sporkehout heet. De vuilboom is onmisbaar voor de rups van de citroenvlinder. Dit is natte, matig voedselrijke grond. Ik zag vooral deze gagelstruiken.

DSCN9153kop

In de andere “landschapstuinen” zag ik nog niet veel. Bij de vijver kwaakten kikkers. Ik hoorde ze wel, maar zag ze niet. Aan de overkant van de vijver stond een grote boom vol in bloei. Toen ik er heen liep zag ik dat het een Magnolia stellata was. Bloeiende magnolia’s waren onderweg ook in alle tuinen te zien.

DSCN9163kopNa de landschappentuin liep ik verder het park in. Langs de kant van de sloot stonden al hekjes voor de paddentrek. In het voorjaar gaan de padden op stap om te paren. De hekjes voorkomen dat ze de weg op lopen. Ze worden dagelijks in een emmertje door vrijwilligers naar de overkant van de weg gebracht.

Tegen het hekje bloeide het speenkruid. En verderop natuurlijk ook deze overbekende paardenbloemen. Het is haast niet te zien, maar op één blad zat een lieveheersbeestje.

DSCN9159kop DSCN9162kop

In de verte zag ik nog bloesembomen, veel andere bomen leken uit de verte kaal. Maar van dichtbij gezien hadden ze toch al kleine groene knopjes. In lentestemming liep ik  terug naar huis. DSCN9157kop

Naar Den Bosch toe

Groene Wissel 494, Den Bosch 2 (10 km)

De lente is begonnen, tijd voor een lentewandeling. Het werd een Groene Wissel in Den Bosch. Hoewel we al veel wandelingen in en rondom Den Bosch maakten, wist ook deze wandeling ons te verrassen met weer een andere kant van de stad. DSCN9111kop

Na de koffie op het stationsplein liepen we richting de Smalle Haven, een straat met oude gevels en boten in het water. We volgden het riviertje de Dieze, dat uitkomt bij de Citadel. Op de hoek bloeide een enorm grote prunus.

DSCN9112kop

De Citadel is een oud vestingwerk, aangelegd tussen 1637 en 1645 om de stad te beschermen tegen Spaanse invallen. Officieel heet het “Fort Willem Maria“, naar de zoon en schoondochter van Frederik Hendrik. Kijkers naar het “Verhaal van de Oranje Nassaus” weten nu precies wie dat waren.

DSCN9113kop

Na de brug over de Dieze kwamen we (o.a. via de Willem Maria straat) aan bij een parkje met een meer. Langs de overs bloeiden uitbundig de narcissen.

DSCN9124kopWe volgden het meer een stukje tot de Hinthamerpoort, maar we gingen de stad nog niet in.

We staken de Willemsvaart over en gingen naar het Zuiderpark langs een bijzonder bomenbosje. In het park bloeiden (oosterse) sterhyacintjes, en gele kornoelje.

Na een stukje door een ruim opgezette buurt, wandelden we zo het “Bossche Broek” in.

“Broek” is een oud woord bosse broekvoor moeras. Dat was te merken, het was er nat en drassig. Maar het is ook dankzij deze drassigheid dat hier nooit woningbouw is gekomen, al waren daar ooit wel plannen voor. Nu is het een mooi stuk natuur aan de rand van de stad.

We weken hier even van de route af omdat iemand ons waarschuwde dat het verderop echt geen doen was. Via een vlonder staken we het terrein over. Links en rechts van de vlonder was het inderdaad heel erg nat! DSCN9130kopZo kwamen we opnieuw aan de rand van de binnenstad en hier maakte de route nóg een slinger. Via een buurtje, langs een klooster, door een poortje, over een bruggetje (hier was ook een carnavalsmuseum) en langs een hofje. Het leek bijna een dorp in de stad.

DSCN9137kop

DSCN9141kopVoorbij het hofje wandelden we de “Jeroen Bosch tuin” in. Een kleine tuin, die door de gezamenlijke bewoners onderhouden wordt. Een paar beelden en een muurschildering  verwezen naar de wezens op de schilderijen van Jeroen Bosch.

Naast het hek stond een bloeiende magnolia. Dat is vroeg hoor, zo begin maart!

In de tuin bloeiden nog wat krokussen, maar die waren bijna uitgebloeid en ook stonden er volop sterhyacintjes. Het is de moeite waard om hier in de zomer eens terug te komen.

DSCN9146kopDoor een smalle steeg kwamen we uit bij een zijingang van de Sint Janskathedraal.  We staken er een kaarsje op en hier eindigden we onze wandeling.

DSCN9147kop

De route loopt nog door de stad naar het station, maar wij gingen eerst wat eten.

Ook deze Groene Wissel vind je op de wandelzoekpagina.

Broodje “Dolce Vita”

Vandaag zag ik een vlinder in de tuin. Het was maar even, maar toch. De lente is begonnen!

20240302_115236

Wat maakt een beetje zon toch een groot verschil. En wat was ik daarr aan toe. Afgelopen donderdag was ik bij een uitvaart, de aanhoudende regen weerspiegelde het verdriet. Vrijdag keek ik met kippenvel naar die andere uitvaart in Moskou. Al die mensen, het is voor mij een (klein) teken van hoop.

En nu schijnt ineens de zon uitbundig. In mijn voortuin zie ik al blauwe druifjes. Onderweg naar de markt zag ik de lente in de stad. Sinds de groenteboer en de bakker gestopt zijn, haal ik vaak brood en groente/fruit op de markt.

20240302_120305

Op de terugweg neem ik dan een broodje mee van de Italiaanse broodjeskraam. Altijd het broodje “Dolce Vita”, een Italiaanse bol met kaas en veel groente. Simpel, maar erg lekker. Het is altijd druk bij de broodjeskraam, maar nu stond er wel een erg lange rij. Zou ik het deze keer eens zelf namaken?

De smaakmaker zijn voor mij de ingelegde pepers. Die verkopen ze bij de olijvenkraam. Brood had ik net gehaald en ik had geitenkaas. Thuis ging ik aan de slag. Het werd wel een andere versie, maar het smaakte me goed. Daarom hier vanuit een zonnig Amersfoort mijn versie van het

Broodje “Dolce Vita”:

DSCN9106kopIk begon met een boterham belegd met plakjes geitenkaas. Daarop blaadjes spinazie, daarop een paar in stukjes gesneden groene pepers, geraspte wortel en eventueel nog een plakje kaas.

Et voila! Het was niet hetzelfde maar toch ook erg lekker.

Met de groente kun je variëren. Maar die pepers horen er voor mij echt bij.  Komkommer erbij, en rode ui, sla in plaats van spinazie, tomaat in plaats van de wortel. Of gewoon alles erbij.

Dolce vita: ja, het leven is goed.

Nog geen voorjaarskriebels, maar toch….

Het begint een beetje voorjaar te worden in de tuin. In de voortuin dan, daar bloeien de krokussen en helleborussen. In tuinen in de buurt zie ik nu de camelia bloeien (zie mijn vorige blog). Een beetje jammer dat de bloemen door de aanhoudende regen zo snel lelijk worden.

helleborus3

In mijn achtertuin is het nog een kale boel en het is er nat, verschrikkelijk nat. Het is onmogelijk om in de tuin te werken. Ik heb alleen wat rommel weggehaald langs de kanten, zodat de narcissen die boven de grond komen, straks zichtbaar zijn.

Onder bubbeltjesplastic zie ik de knoppen van de rabarber. DSCN7912Vanavond eet ik de laatste spruitjes, uit de oven, met oesterzwammen en kaas. Het is nog koud genoeg voor winterkost, maar ik verlang naar jonge sla en verse peultjes.

Deze middag zag ik zakken compost bij de biologische winkel hier in de buurt. Ik heb meteen twee zakken gehaald. Fijn dat ik dat zo lekker dichtbij kom kopen, het is toch een heel gesjouw op de fiets. Voorheen haalde ik gratis compost op de “landelijke compostdag” van de afvalbedrijven. Maar sinds 2022 doet de ROVA in Amersfoort daar niet meer aan mee. Er staat op de website dat ze werken aan een alternatieve publiekscampagne. Dat staat er al 2 jaar, dus tja…

In de voortuin zie ik een pimpelmeesje dat van de pinda’s wil eten. Elke keer wordt het verjaagd door de mussen, die groter zijn en altijd met z’n allen. Wel leuk dat er weer een paar pimpelmezen zijn, vorig jaar winter zag ik ze niet. Misschien waren er toen teveel mussen. Deze pimpelmees houdt vol en af en toe lukt het hem ook.

Langzamerhand kan ik beginnen met voorzaaien. Pompoen, tomaten, afrikaantjes enz. Echte voorjaarskriebels heb ik nog niet. Er is nog tijd genoeg.

Op de markt kocht ik lekkere Hollandse aardbeien. Nog niet van de koude grond natuurlijk. Ze waren lekker en nog wat klein, niet van die opgeblazen joekels die ingevlogen worden uit Spanje. Toch een beetje voorjaarsgevoel!

Winterbloeier: Camellia japonica

Een beetje late winterbloeier deze keer: de camelia (Camellia). Binnenkort te zien, ze bloeit vanaf februari. Ik zag ze onderweg al in tuinen staan met grote knoppen.

DSCN9960kop

Als ze eenmaal bloeit, dan is de camelia niet te missen. Veel winterbloeiers die ik eerder liet zien, bloeien met wat bescheiden bloemetjes. Maar de camelia springt er echt uit met grote roosachtige bloemen.

De camelia is een groenblijvende heester. De glanzende bladeren lijken wel wat op die van de rododendron. Uit dikke knoppen komen roze, rode of witte bloemen. Zelf ben ik niet zo’n fan van die witte bloemen, die worden al heel snel bruinig. Vroeger (halverwege de 19e eeuw) werden die witte veel gebruikt voor corsages.

Er zijn verschillende soorten:

  • Camellia japonica, ook wel Japanse roos genoemd, het meest geplant in de Nederlandse tuinen.
  • Dan is er Camellia sinensis. Dit is de theeplant, waarvan de blaadjes geoogst worden voor thee. Met kleinere bloemen. Vooral te vinden op theeplantages.
  • Er is ook een herfstbloeiende soort Camellia sasanqua, die bloeit in september-oktober. Dan bloeien er veel meer bloemen, dus de plant valt minder op.

Daarnaast zijn er honderden varianten gekweekt.

Standplaats

DSCN9959kopCamellia japonica is afkomstig uit Zuidoost Azië (Japan, China, Himalaya). Het is een bosplant. In Nederlandse tuinen heeft ze daarom een beschutte plaats nodig, in de halfschaduw.

Niet op het oosten, het is belangrijk is dat ze geen felle (ochtend)zon krijgt en geen oostenwind. Verder houdt ze van een beetje zurige grond die niet kletsnat is.

De struik is wintergroen en winterhard tot ongeveer -10º C.  Jonge planten hebben ’s winters wat bescherming nodig. De plant is ook geschikt als kuipplant. Dan is het wel verstandig om haar bij strenge vorst binnen te zetten.

Mocht je binnenkort een plant tegenkomen en denken “He, nu al een bloeiende roos?”  Grote kans dat het een camelia is, de Japanse roos zonder doornen.

Ps: Bij de verkiezing van de Europese boom van het jaar 2024 is de Portugese boom een 300 jaar oude Camellia Japonica.