De “Portugese Fries” J.J. Slauerhoff (1898-1936)
Soms begrijp ik niet waarom wij onze literatuur zo onachtzaam behandelen. Alsof alleen nieuw verschenen boeken het nog verdienen te worden uitgegeven en gelezen. Zelfs de CPNB directeur, die het Nederlandse boek zou moeten promoten, doet hier aan mee.
Neem nou Slauerhoff; wie heeft er nog van hem gehoord, laat staan iets gelezen? (Ik dus toevallig.)
Reizen
J.J. Slauerhoff, geboren in 1898 in Leeuwarden, studeerde medicijnen en werd scheepsarts. Zo kon hij zijn reislust combineren met zijn beroep. Zijn eerste reis ging naar Portugal, zijn eerste gedicht over Porto.
Daarna volgende nog vele reizen, naar Macao (toen een Portugese enclave), naar Zuid Amerika en naar China. Zijn eerste roman “Het verborgen rijk” speelt zich af op Macao en ik vind het nog steeds een mooi en leesbaar boek. Het gaat over een zeevarende avonturier die terecht komt in een mysterieus (droom?)rijk. Hij baseerde het verhaal losjes op Luis de Camōes (1524-1580), één van Portugals grote dichters. In 1990 is “Het verborgen rijk” opnieuw uitgegeven in de serie Grote Lijsters.
Liefde voor Portugal
Altijd kwam hij weer terug in Portugal. “In Nederland wil ik niet leven” heet één van zijn gedichten. Want: “Er nooit, nee nooit gebeurt een mooie passiemoord“. Met zijn rusteloze ziel en en zijn verlangen naar verre landen, voelde hij zich veel meer thuis bij fado en saudade. Soms gaf hij een gedicht een Portugese titel: “Fado”, “O Engeitado” (de verstotene) of “Saudade”. Maar hij dichtte in het Nederlands.
Fado
Het duurde tot 1997 voor er wat gedichten van hem werden vertaald in het Portugees door Mila Vidal Peletti. Die vertaling had een bijzonder doel: ze was bedoeld om gezongen te worden door de bekende fadozangeres Cristina Branco. Met muziek van Custódio Castelo. In 2000 trad zij op in Nederland met haar programma “Cristina Branco canta Slauerhoff”. Ik hoorde haar in Vredenburg in Utrecht en heb onmiddellijk de CD aangeschaft. Ik hield al van fado en dan deze bijzondere combinatie!
Voor de verre prinses
Wij komen nooit meer saam:
De wereld drong zich tussenbeide.
Soms staan wij beiden ’s nachts aan ’t raam.
Maar andre sterren zien we in andre tijden.
Uw land is zoo ver van mijn land verwijderd:
Van licht tot verste duisternis – dat ik
Op vleuglen van verlangen rustloos reizend,
U zou begroeten met mijn stervenssnik.
Maar als het waar is dat door groote droomen
Het zwaarst verlangen over wordt gebracht
Tot op de verste ster: dan zal ik komen,
Dan zal ik komen, iedren nacht.
(Dit gedicht is overgenomen uit het boekje bij de CD)
Het einde
Slauerhoff was dan wel arts, hij was niet gezond. hij leed aan astma en bronchitis en liep in Zuid-Amerika malaria op. Na een zoveelste vergeefse kuur in Italië stierf hij dan toch gewoon in bed in een Hilversums verzorgingshuis. Hij was nog maar 38 jaar. Ik had hem een langer leven en een mooiere dood gewenst.
Woningloze
Alleen in mij gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de eigen haard gevoelde ik nooit een zwak,
Een tent werd door den stormwind meegenomen.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal komen
Dat vóór den nacht mij de oude kracht ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden smeekt,
Waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig naar de
Plek waar mijn graf in’t donker openbreekt.
(Uit: verzamelde gedichten)
De portretfoto van Slauerhoff is uit het CD-boekje.
Recente reacties