Broodje “Dolce Vita”

Vandaag zag ik een vlinder in de tuin. Het was maar even, maar toch. De lente is begonnen!

20240302_115236

Wat maakt een beetje zon toch een groot verschil. En wat was ik daarr aan toe. Afgelopen donderdag was ik bij een uitvaart, de aanhoudende regen weerspiegelde het verdriet. Vrijdag keek ik met kippenvel naar die andere uitvaart in Moskou. Al die mensen, het is voor mij een (klein) teken van hoop.

En nu schijnt ineens de zon uitbundig. In mijn voortuin zie ik al blauwe druifjes. Onderweg naar de markt zag ik de lente in de stad. Sinds de groenteboer en de bakker gestopt zijn, haal ik vaak brood en groente/fruit op de markt.

20240302_120305

Op de terugweg neem ik dan een broodje mee van de Italiaanse broodjeskraam. Altijd het broodje “Dolce Vita”, een Italiaanse bol met kaas en veel groente. Simpel, maar erg lekker. Het is altijd druk bij de broodjeskraam, maar nu stond er wel een erg lange rij. Zou ik het deze keer eens zelf namaken?

De smaakmaker zijn voor mij de ingelegde pepers. Die verkopen ze bij de olijvenkraam. Brood had ik net gehaald en ik had geitenkaas. Thuis ging ik aan de slag. Het werd wel een andere versie, maar het smaakte me goed. Daarom hier vanuit een zonnig Amersfoort mijn versie van het

Broodje “Dolce Vita”:

DSCN9106kopIk begon met een boterham belegd met plakjes geitenkaas. Daarop blaadjes spinazie, daarop een paar in stukjes gesneden groene pepers, geraspte wortel en eventueel nog een plakje kaas.

Et voila! Het was niet hetzelfde maar toch ook erg lekker.

Met de groente kun je variëren. Maar die pepers horen er voor mij echt bij.  Komkommer erbij, en rode ui, sla in plaats van spinazie, tomaat in plaats van de wortel. Of gewoon alles erbij.

Dolce vita: ja, het leven is goed.

Wie wat bewaart…(met recept)

De herfst is begonnen en dat kun je zien in mijn tuin.

20230914_205835De dahlia’s zijn door regen en wind behoorlijk uit elkaar gewaaid. De aardperen staan te bloeien, maar ook die zien er verwaaid uit. Gelukkig had ik alles wel gestut en aangebonden. Anders was het waarschijnlijk nog erger geweest. Ik kan nog steeds volop dahlia’s plukken, ook al zijn sommige bloemen geknakt.

De tomaten lopen op hun eind. Ook dit jaar heb ik weer een goede tomatenoogst. Ik besloot om er ook eens jam mee te maken. Vorig jaar maakte ik chutney met pruimen en tomaten. Hoewel ik het resultaat wat te zuur vond, zijn deze twee wel een goede combinatie. Ik kocht pruimen en ging aan de slag.

Tomaten-pruimenjam:

Neem tomaten en pruimen in ongeveer gelijke hoeveelheid. Haal de velletjes eraf en verwijder de pruimenpit. Snijd in stukjes en doe in een grote pan. Als je echt niet van pitjes in de jam houdt, haal ze dan tijdens het snijden uit de tomaat. Rasp wat citroenschil erover en voeg wat citroensap toe.

DSCN0414kopVoeg dan de (gelei)suiker toe volgens de aanwijzing op het pak. Ik nam geleisuiker-speciaal. Als je gewone suiker neemt dan is de verhouding 1:1. Ik vind dat erg veel suiker, daarom neem ik geleisuiker-speciaal. Breng aan de kook en laat plm. 5 minuten pruttelen.

Doe de hete jam in brandschone potjes. Ik kook ze altijd in water met soda. Rechtstreeks uit de afwasser kan ook.

Je kan de stukjes fruit ook nog pureren, ik vind wat stukjes in de jam wel lekker. Je kan ook nog wat toevoegen als een beetje kaneel, wat gember. Ik nam steranijs.

Zo heb je een bijzondere jam, die je ook kan serveren bij bijvoorbeeld (crackertjes met) kaas. En zelfgemaakte jam is altijd leuk om cadeau te geven.

Het schijnt dat je van dahlia’s ook jam kan maken. Dat moet ik toch ook nog eens uitproberen. Als iemand daar ervaring mee heeft, dan hoor ik dat graag!

Kerstdagen

“Kerstdagen,
12 verhalen en 12 feestelijke recepten voor 12 dagen”

Mijn kersthulstboompje staat, de kerstkaarten zijn verstuurd. De kerstdagen staan voor de deur. Om in de stemming te komen nam ik “Kerstdagen” van Jeanette Winterson mee uit de bieb. 

Jeanette Winterson

is een van mijn lievelingsschrijvers. Ik ontdekte haar jaren geleden door haar boek “De Passie”, waarin de hoofdpersoon door de geschiedenis reist in het leger van Napoleon. Ze debuteerde met “Oranges are not the only fruit” over haar strenge christelijke jeugd. Maar ik houd meer van haar verhalen waarin geschiedenis, fantasie en werkelijkheid in elkaar overlopen.

DSCN9797kopEn dan zit ik goed met dit boek voor de kerstdagen! 12 Verhalen afgewisseld met recepten. Ik heb ze nog niet allemaal gelezen. “De maretakkenbruid” is tot nu toe mijn favoriet. Daarin ontsnapt een jong meisje op het nippertje aan haar huwelijk op een kasteel. Later neemt ze zoete wraak vanuit het klooster. 

Het belang van je eigen rituelen

Bij haar recept “mijn gerookte zalm en champagne voor kerstavond” schrijft ze: “We bepalen zelf wat onze tradities worden”. Haar kerstavond begint met luisteren naar “Carols from King’s” op de BBC.  En dat herken ik: al een flink aantal jaren luister ik op kerstavond naar de BBC voor “Carols from King’s” (A festival of nine lessons and carols.) vanuit de kapel van King’s College in Cambridge. Het is zo’n mooi begin: het kerstverhaal in bijbelteksten en liederen. Punt. Geen stichtelijk praatje, niks gezellig samenzijn, geen preek. 

DSCN9800kopHet bracht me aan het denken over mijn eigen kleine rituelen voor deze dagen. Mijn stapeltje kerstcd’s, met o.a. Missa Criolla van Ariel Ramirez en een cd van het Ierse koor Anuna. Een stapeltje boeken ligt klaar. Maar die zijn niet elk jaar hetzelfde. Ik heb al eens kerstdagen doorgebracht met “Wolf Hall” van Hillary Mantel en later met de twee andere delen. Dit jaar zijn het “Grote  Verwachtingen” van Charles Dickens, dat ik lezen moet voor mijn leesclubje. En “De kapperszoon” van Gerbrand Bakker. 

Verder hoop ik op wandelweer en ga ik lekker koken. Daar zit met kerst altijd stoofpeertjes en/of rode kool bij. Voor de ingemaakte rode kool van Ruth Rendell uit het “Kerstdagen” boek ben ik nu te laat. Maar ik ga dat zeker een keer maken.

Nog een tip van mij voor de stoofpeertjes: breng een volle pan stoofpeertjes, water, wijn, paar kardemompeulen, een beetje suiker, of wat je er verder nog in doet, aan de kook. Een paar minuten laten doorkoken en dan de pan in een theemuts zetten. Na zo’n twee uur zijn ze gaar. Dit werkt alleen met een volle pan.

Ik wens jullie fijne kerstdagen met een vleugje magie!

DSCN9777kop

 

Pomodori, wat een goed tomatenjaar !

DSCN9634kop

De warme dagen zorgen voor een fantastisch tomatenjaar. Ook de aubergines doen het geweldig: ik oogstte er al vier van één plant. Maar nu wil ik het over tomaten hebben. Ik heb twee soorten: trostomaatjes en roma pruimtomaten. Nog steeds oogst ik tomaten, nog steeds staan de planten er gezond bij. Vaak komen in september de schimmels want vaak is het dan nat weer.

In de bieb vond ik het boek “Pomodori” .Het is in de eerste plaats een boek dat laat zien hoe ongelooflijk veel tomatensoorten er zijn, met verzorgingstips, feiten en fabels en als toegift wat recepten.

Er zijn ontzettend veel soorten: gele, groene, zelfs paarszwarte tomaten. Grote en kleintjes. Zo heb je de Red Pear en de Yellow Pear, die peervormig zijn.  Soorten met prachtige namen: “Belle Maurinoise Verte“, “Moonglow“, “Amazon Chocolate” , “Amethyst Jewel,”Earl of Edgecombe” of “Dancing with Smurfes” (die zijn paarsblauw).

DSCN9639kopNou is het wel zo dat de meeste soorten in een kas gekweekt moeten worden. Er zijn maar weinig soorten die volledig in de koude grond kunnen groeien. Maar voor wie het eens wil proberen, in de vensterbank of in een kasje, geeft dit boek voldoende keus.

In een goede zaadhandel zijn van veel soorten zaad te koop. Maar eigenlijk kun je tomaten gemakkelijk kweken uit tomaten. De zaadjes zitten er namelijk van binnen al in. Regelmatig vind ik een uitzaaier in de tuin, daar waar vorig jaar een tomaat op de grond is gevallen. Dit jaar is er zelfs zo’n uitzaaier zo groot geworden dat hij nu tomaten draagt. Ook dankzij het warme weer, want normaal gesproken zaai je ze binnen en plan je ze pas half mei buiten.

Wat doe je met al die tomaten? Natuurlijk lekker op brood, in tomatensoepnen in de salade.  Erg leuk en lekker vind ik dit tomatentaartje, een heel simpel recept. Het lijkt erg op mijn eigen recept, maar ik neem het nu over uit het boek. Voor mijn eenpersoonstaartje neem ik één plakje bladerdeeg. Dit recept is voor 4 personen.

DSCN9638kopDSCN9635kop

Tomatentaartje voor 4 personen

Nodig:

5 middelgrote tomaten (bij voorkeur type roma, want dat soort is wat vlezig en laat minder vocht los).

1 rol kant-en-klaar bladerdeeg (of losse plakjes)
mosterd, Provençaalse kruiden, peper, zout, olijfolie

150 gram geraspte (gruyère) kaas.

  • Provençaalse kruiden kun je kopen in een potje. Maar je maakt het gemakkelijk zelf met tijm, rozemarijn, marjolein etc. Er gaat géén zout in.

Neem een taartvorm (geen springvorm) en vet hem licht in met olijfolie. Rol er het bladerdeeg over uit en druk lichtjes aan tegen de randen. Prik met een vork gaatjes in de bodem en doe er een dun laagje mosterd op.

Was de tomaten en snijd ze in plakjes van ongeveer 1 cm dik. Schik de tomaten dakpansgewijs in de vorm. Breng op smaak met peper, zout en de kruiden. Besprenkel met wat olijfolie en bestrooi met geraspte kaas.

Bak ongeveer 30 minuten (of tot het bladerdeeg licht gebruind is) in een voorverwarmde oven op 180 0C.

Pomodori“, Angelo Dorny,
uitg. KNNV/Davidsfonds Leuven. 2016

Lauwwarme aardappel-courgettesalade

Hier het recept voor de salade die ik maakte met de paarse aardappels die ik bij een stalletje kocht en de courgette uit eigen tuin. Maar die je ook prima met andere aardappels kan maken of groene courgette. Neem liever twee kleine courgettes dan één grote.

DSCN8443

Nodig voor lauwwarme aardappel-courgettesalade

Lekkere aardappels, kleine courgette, wat blaadjes sla,

Garnering: Oost Indische kersbloemen, ansjovis, bieslook, tijm, rozemarijn (niet te veel), olijfolie en citroensap. Omdat de ansjovis al zout is, heb je verder geen zout nodig.

Zo maak je het:

De aardappels in de schil koken en pellen.
De courgette halveren in de lengte en grillen in de grillpan.

Aardappels en courgette in plakjes snijden. De blaadjes sla in de schaal doen en de aardappels en courgette erop schikken, garneren met stukjes ansjovis, veel bieslook, wat tijm, iets rozemarijn. Schik er tot slot wat bloemetjes van de Oost Indische kers op.

Eet lauwwarm.

Ik maakte er een dressing bij van mayonaise, mosterd, olijfolie en citroensap. Maar dat was niet nodig. Alleen olijfolie en citroensap had volstaan.

Februari, wat een maand!

Twee uitersten

Februari is bijna voorbij en wat een maand was het! Vooral de laatste twee weken. We gingen van sneeuw en vorst -10 naar lenteweer +20. Vorige week werd gespeculeerd over marathonschaatsen en nu lijkt het alsof de lente al is aangebroken. Toch is het nog uitkijken, het kan zo maar weer gaan vriezen.

Voorafgaand aan de vorst had ik wat planten afgedekt tegen bevriezen. De crocosmia, die al met groene punten boven de grond staat en de salvia, die ik had afgeknipt. En de rabarber, die heeft dat niet nodig, hij komt tenslotte uit Siberië. Die dek ik elk jaar in januari af, ook als het niet vriest. Dan begint hij wat vroeger uit te lopen. Het was gunstig dat er voor de vorst uit eerst een pak sneeuw viel, dat zorgde ook voor een natuurlijk beschermingslaagje.

Het weer van deze week was ideaal om in de tuin te werken. Ik rooide de aardperen, die alweer groene puntjes kregen. Ik at de allerlaatste spruitjes en haalde ook die planten eruit. Daarna spitte ik de grond. Ik zag heel veel wormen. Een goed teken dat mijn grond gezond is.

Ik haalde een stuk van de brandnetels weg. Een klein deel laat ik staan voor de vlinders. Van de rest maakte ik brandnetelsoep. Zie het recept hieronder.

Kaatje

Intussen nam ik afscheid van mijn werk. Best bijzonder zo in coronatijd. Maar het was goed en ik kijk er met een goed gevoel op terug. Ook ging ik met poes Kaatje naar de dierenarts voor het “APKaatje”, haar jaarlijkse controle. Tot mijn vreugde was ze een paar ons aangekomen. De afgelopen jaren was ze elk jaar weer wat afgevallen. Ze vindt het zo fijn dat ik thuis ben, ze is er beter door gaan eten. Normaal was haar bakje nog half vol als ik ’s avonds thuiskwam. Nu komt ze halverwege de middag al om meer vragen. Gek, ik dacht altijd dat katten solitaire wezens zijn, maar volgens de dierenarts hechten ze zich wel degelijk aan hun baasje.

 

Brandnetelsoep

Neem een paar handenvol brandnetels, vooral de jonge blaadjes. Overgiet ze met kokend water, dan gaat de prik eraf. Daarna kun je dan de steeltjes weghalen en de blaadjes zo nodig wat fijner snijden. Vooral goed schoonspoelen, er kan zand in zitten.

Verhit (olijf)olie in de pan en laat de brandnetels heel zachtjes smoren. Voeg eventueel een gesneden lente-uitje toe.

Roer een lepel volkorenmeel los in een kopje melk. Blus daarmee de brandnetels af. Vul aan met een halve liter groentebouillon en laat even koken. Pureer grof met de staafmixer.

Zet terug op het vuur, breek een ei boven de soep en roer door de soep heen. Warm nog even door.

Eventueel de soep bij het serveren bestrooien met wat geraspte kaas.

 

Over spruiten en spruitjeslucht

Spruitjeslucht staat voor alles wat je niet wil. De geur die vrijkomt als je kool te lang doorkookt is spreekwoordelijk geworden voor bekrompenheid en burgerlijkheid. Het is een zwavelgeur die ontstaat bij alle koolsoorten die je te lang doorkookt. Dus niet alleen bij spruiten. Toch heeft het spruitje de naam, wat nogal oneerlijk is.

Spruitkool is een Brassica oleracea  en hoort tot de grote familie van de kruisbloemigen. (Ook rucola en radijs horen hierbij). Samen met boerenkool is het een van de makkelijkste koolsoorten om te kweken. Je moet wel op tijd beginnen met zaaien, ze hebben een lange groeiperiode nodig. Zelf koop ik spruitenplanten op de markt. Dat scheelt veel tijd.

Oorspronkelijk komen alle Brassicasoorten uit het gebied rond de Middellandse Zee. Maar ze worden hier al verbouwd en gegeten sinds de Middeleeuwen. Het is een echte wintergroente, vol vitamine C en volledig winterhard. De meeste kolen moet je oogsten vóór de vorst, maar van spruiten en boerenkool wordt gezegd dat “de vorst er overheen moet” omdat ze dan beter smaken. Dat komt omdat ze glucose aanmaken als bescherming tegen vorstschade, daar worden ze net wat zoeter van. Het is geen enorm verschil en je kan spruitjes ook vroeger eten, maar het klopt wel.

Spruitjes hebben best een bijzondere groeiwijze. In plaats van één kool in het midden, groeien er piepkleine kooltjes in de bladoksels. Ze zitten behoorlijk stevig vast. Ze hebben voedzame vochthoudende grond nodig en een beetje zon. Na het uitplanten beschermen tegen slakkenvraat. Als ze lang staan, hebben ze de neiging om scheef te gaan hangen. Je moet ze dan stutten.

In het voorjaar bloeien ze met kleine gele bloemetjes. Dan zijn de spruitjes niet lekker meer, maar die bloemetjes kun je wel eten. Strooi ze eens over een salade of over de pasta.

Spruitjesrecept

Spruitjes worden al lang niet meer doorgekookt. De spuitjeslucht is niet helemaal te vermijden, maar het scheelt een heleboel als je ze kort kookt, zodat ze nog beet hebben. Je kunt ze ook roerbakken, zelfs rauw eten eten of kort blancheren.

Hierbij mijn recept voor spruitjes met pompoen. 

Het mooiste is het met zo’n knaloranje Hokkaidopompoen, maar een flessenpompoen kan ook. De eerste keer maakte ik dit zonder de cranberry’s. Toen miste ik een zuurtje. Het handjevol cranberry’s gaf precies die frisheid die ik wilde.

Voor 2 personen:

200 gram spruitjes
halve pompoen (middelgroot)
2 aardappels
1 kleine uit

handvol noten (pecannoten, hazelnoten of walnoten)
handvol gedroogde cranberry’s
stukje blauwschimmelkaas of zachte geitenkaas

De uit fijn snipperen.
De aardappel en de pompoen schillen en in blokjes snijden. Pompoenzaden eruit halen. Die hoef je niet weg te gooien. Je kunt ze gedroogd bewaren en later roosteren(zoals pijnboompitten).
Spruitjes schoonmaken.

De ui (event. met wat kerriepoeder) zachtjes fruiten in olijfolie. Na 5 minuten pompoen en aardappelblokjes erbij doen en kort roerbakken.
Water toevoegen zodat alles onder staat, aan de kook brengen en ca.7 min. zachtjes laten doorkoken.
Dan de spruitjes toevoegen. Koken tot de spruitjes beetgaar zijn.

Restant water afgieten. Dan de noten, gedroogde cranberry’s en blauwe kaas of zachte geitenkaas erdoor roeren. Nog heel kort doorwarmen, maar niet meer laten koken.

Eet smakelijk!

 

Oliebollenrestverwerkingsrecept

Vroeger, thuis, bakten we zelf oliebollen. Vaak hadden ze dan van die uitsteeksels waarin wij pootjes, handjes, oren, neuzen etc. zagen. Nu koop ik ze bij de bakker of de oliebollenkraam. Zelfs toen er deze zomer een oliebollenkraam in het winkelcentrum stond, heb ik er een paar gekocht, hoewel de mussen van het dak vielen van de hitte. Maar dan op 2 januari heb ik er ineens genoeg van. Daarom bedacht ik een manier om oude oliebollen op te maken. Hieronder mijn

Oliebollenrestverwerkingsrecept

Nodig: oliebollen en appels in gelijke hoeveelheid en min of meer even groot.
Kookroom (light), (poeder)suiker en kaneel.

Oven voorverwarmen op 175º ; ovenschaal invetten met wat boter.

De appels schillen en klokhuizen eruit halen. Oliebollen en appels in plakjes snijden van gelijke dikte. Leg ze om en om dakpansgewijs in de ovenschaal. Bestrooi met poedersuiker en kaneel. Giet er kookroom (light) over. Gewone melk gaat ook.

Zet de schaal in de oven en bak tot de appels zacht zijn. Dat duurt ongeveer 20 minuten, afhankelijk van de soort. Controleer na 10 minuten en dek eventueel af met wat aluminiumfolie als het te droog wordt.

Dit is op elk moment van de dag lekker: als ontbijt, bij de koffie en als toetje.

Ook je restje kerststol kun je op deze manier opmaken.

 

 

Wie wat bewaart….(met recepten)

Wat is het warm! Zelfs in mijn tuintje op het noorden is het niet vol te houden. De was droogt al voordat ik het laatste stuk heb opgehangen. Binnen is het nog te doen, mede dankzij de bomen in mijn voortuin. Die zorgen voor een natuurlijke zonwering. Daarnaast houd ik overdag alles dicht, gordijnen, ramen en deuren. Nu, (zaterdagmiddag) is het 25 ºC in de kamer en vergeleken met buiten is dat lekker.

Wat doe je dan zo’n hele dag binnen? Als je naast lezen toch wat actie wil? Ik besloot te gaan inmaken. Wie nu wat bewaart die heeft van de winter een voorraadje.

Kappertjes van Oost-Indische kers

Ik begon met de zaadjes van de Oost-Indische kers. Gisteravond plukte ik er een paar handenvol en na een nachtje in zout water kon ik ze inleggen als kappertjes. Voor wie het ook eens wil proberen. Het gaat zo:

Verzamel de zaadjes, het liefst jonge. Was ze en leg ze een nacht in gezouten water.
De volgende dag giet je ze af en doe je ze in azijn met wat kruiden. Ik nam laurierblad, peperkorrels, kruidnagel, jeneverbes en tijm. Je kan ook  een (half) zakje inmaakkruiden nemen. Breng ze aan de kook en laat even doorkoken. Doe ze dan over in brandschone potjes. Ik kook de potjes altijd uit met soda.
Laat drie maanden staan om in te trekken voor je ze gebruikt.

Piccalilly

Geïnspireerd door het blog op Diana’s mooie moestuin, besloot ik weer eens piccalilly te maken. Er zijn heel veel recepten voor piccalilly. De essentie is: fijngesneden groente, azijn, mosterdpoeder, koenjit. Ik nam mijn eigen, oude vertrouwde recept. In piccalilly kun je al je groenterestjes verwerken. Ik gebruikte een rest paprika, een halve ui en een augurk die ik nog had liggen. Aangevuld met komkommer, zaadjes van de oost-Indische kers en bonen.

Hoeveelheden voor ongeveer 500 gram groenten:
75 gram zout
4 eetlepels mosterdpoeder
1 eetlepel koenjit
4 eetlepels suiker
1 eetlepel gembersiroop
1 eetlepel olie
halve liter azijn
1 theelepel kerriepoeder
40 gram bloem
1 teentje knoflook

Groenten fijnsnijden en ongeveer 5 minuten koken in water met het zout. Daarna goed koud afspoelen, zodat ze nog wat knapperig blijven. Intussen een papje maken van mosterdpoeder, bloem, koenjit, suiker, knoflook, olie, gembersiroop en 3 eetlepels azijn. Al roerend nog een paar lepels azijn toevoegen tot een glad papje. De rest van de azijn aan de kook brengen en het papje roerend toevoegen, 2 minuten koken en dan iets laten afkoelen. Van het vuur de uitgelekte groenten erdoorheen scheppen.

Dan overdoen in brandschone potjes. Pas op voor knoeien want koenjit geeft gele vlekken die je bijna niet meer uit je kleren krijgt. Bij voorkeur neem ik potjes met een plastic schroefdeksel, zoals die van pindakaas, omdat azijn de deksels nogal aantast, dat ziet er vies uit. Voor gebruik nog 2 weken laten staan om de smaken goed te laten intrekken. Ik bewaar de potten in de koelkast en daar blijven ze wel een jaar goed.

De kappertjes kunnen als smaakmaker in de salade of in de pastasaus.  Piccalilly is -behalve bij frietjes- ook lekker in stamppotten.

Nog steeds zomer in de tuin

Sinds de vorige “zomer in de tuin” blog van eind juni is er wel wat veranderd. Zeker na de regen van de afgelopen dagen ging het snel.  Vrijwel alles is goed gegroeid.

Eten uit de tuin

Dit is de leukste tijd: als er geoogst kan worden. De peultjes zijn alweer op. Het lijkt nog maar net dat ik een vriendin uitnodigde om te komen eten uit de tuin. We aten peultjes, gepofte bietjes en rijst met linzen. Zondagmorgen heb ik de peultjes gerooid, ze werden geel en bloeiden niet meer. Op de lege plek staan nu twee broccoliplanten. Ik verwacht niet dat ik daar dit jaar van kan eten, hangt een beetje af van het najaar. Maar ze overleven waarschijnlijk wel tot het voorjaar.

De andijvieplantjes waren behoorlijk aangevreten door de slakken, maar ik heb er plastic flessen overheen gezet en zie, ze beginnen opnieuw te groeien. Mijn bakje pluksla was zomaar in één nacht kaalgevreten. Dat waren rupsen. Ach ja, het blijft levende natuur…..

De aardbeien zijn op, ik heb nu Japanse wijnbessen. De struik is dit jaar wat klein gebleven, dus dit jaar gewoon alle bessen direct opeten. Vanmorgen een handvol door mijn ontbijtmuesli. Vorige jaren zette ik ze wel op suiker en alcohol om te bewaren voor later. Daarvoor zijn er nu te weinig.

De rabarber groeide flink dankzij de regen. Ik twijfelde of ik er nog een keer jam van zou maken. Rabarber oogsten na de langste dag wordt afgeraden. Het gaat ten koste van de plant en het oxaalzuurgehalte wordt hoger in de zomer, dat is ongezond. Toch heb ik vandaag een paar stelen geoogst. De laatste keer dat wel.

De pronkbonen staan weer te pronken met grote roodwitte bloemtrossen. De sperziebonen staan minder vol en ze bloeien nog niet. Maar ze staan er goed bij, dus ik verwacht er wel wat van.

Muntcake

De regen zorgde voor een explosie van munt! Hoog tijd om weer eens een muntcake te bakken. Voor wie dat ook eens wil proberen, het is zo simpel. Maak cakebeslag zoals je dat altijd doet. (of zoals op de verpakking staat als je cakemix neemt). Voeg dan aan het beslag een paar (2-3) handen fijngesneden muntblaadjes toe en een klein beetje citroenrasp of -sap. Meng goed door, doe in het cakeblik en bak in de oven. Je kunt er natuurlijk muntthee bij drinken, als je een echte fan bent. Andere thee kan ook, met koffie vind ik het minder lekker smaken.

En dan de bloemen.

De Oost-Indische kers is helemaal opgeleefd door de regen. Ik moet ze weer met handenvol uittrekken, want ze woekeren behoorlijk. En ik heb dit jaar een paar verrassingen: in de Crocosmia’s, die vorig jaar niet bloeiden, zitten knoppen. Ook de salvia die ik in mei kreeg heeft al knoppen gemaakt. De eerst dahlia’s beginnen te bloeien. De klaprozen zijn bijna uitgebloeid.

Het blijft raar dat ik dit jaar geen afrikaantjes heb. Altijd zaaiden ze zichzelf uit en vond ik ze bijna teveel. Dit jaar hebben ze dat niet gedaan. Ik had een zelf ander, kleiner soort gezaaid. Die zijn door de slakken opgegeten, er staat zelfs geen steeltje meer.

Tot slot werd ik dit jaar verrast door de Verbena bonariensis, die hebben zich royaal uitgezaaid en staan nu overal bovenuit te wuiven.