Naar Den Bosch toe

Groene Wissel 494, Den Bosch 2 (10 km)

De lente is begonnen, tijd voor een lentewandeling. Het werd een Groene Wissel in Den Bosch. Hoewel we al veel wandelingen in en rondom Den Bosch maakten, wist ook deze wandeling ons te verrassen met weer een andere kant van de stad. DSCN9111kop

Na de koffie op het stationsplein liepen we richting de Smalle Haven, een straat met oude gevels en boten in het water. We volgden het riviertje de Dieze, dat uitkomt bij de Citadel. Op de hoek bloeide een enorm grote prunus.

DSCN9112kop

De Citadel is een oud vestingwerk, aangelegd tussen 1637 en 1645 om de stad te beschermen tegen Spaanse invallen. Officieel heet het “Fort Willem Maria“, naar de zoon en schoondochter van Frederik Hendrik. Kijkers naar het “Verhaal van de Oranje Nassaus” weten nu precies wie dat waren.

DSCN9113kop

Na de brug over de Dieze kwamen we (o.a. via de Willem Maria straat) aan bij een parkje met een meer. Langs de overs bloeiden uitbundig de narcissen.

DSCN9124kopWe volgden het meer een stukje tot de Hinthamerpoort, maar we gingen de stad nog niet in.

We staken de Willemsvaart over en gingen naar het Zuiderpark langs een bijzonder bomenbosje. In het park bloeiden (oosterse) sterhyacintjes, en gele kornoelje.

Na een stukje door een ruim opgezette buurt, wandelden we zo het “Bossche Broek” in.

“Broek” is een oud woord bosse broekvoor moeras. Dat was te merken, het was er nat en drassig. Maar het is ook dankzij deze drassigheid dat hier nooit woningbouw is gekomen, al waren daar ooit wel plannen voor. Nu is het een mooi stuk natuur aan de rand van de stad.

We weken hier even van de route af omdat iemand ons waarschuwde dat het verderop echt geen doen was. Via een vlonder staken we het terrein over. Links en rechts van de vlonder was het inderdaad heel erg nat! DSCN9130kopZo kwamen we opnieuw aan de rand van de binnenstad en hier maakte de route nóg een slinger. Via een buurtje, langs een klooster, door een poortje, over een bruggetje (hier was ook een carnavalsmuseum) en langs een hofje. Het leek bijna een dorp in de stad.

DSCN9137kop

DSCN9141kopVoorbij het hofje wandelden we de “Jeroen Bosch tuin” in. Een kleine tuin, die door de gezamenlijke bewoners onderhouden wordt. Een paar beelden en een muurschildering  verwezen naar de wezens op de schilderijen van Jeroen Bosch.

Naast het hek stond een bloeiende magnolia. Dat is vroeg hoor, zo begin maart!

In de tuin bloeiden nog wat krokussen, maar die waren bijna uitgebloeid en ook stonden er volop sterhyacintjes. Het is de moeite waard om hier in de zomer eens terug te komen.

DSCN9146kopDoor een smalle steeg kwamen we uit bij een zijingang van de Sint Janskathedraal.  We staken er een kaarsje op en hier eindigden we onze wandeling.

DSCN9147kop

De route loopt nog door de stad naar het station, maar wij gingen eerst wat eten.

Ook deze Groene Wissel vind je op de wandelzoekpagina.

De botanische tuin in Münster

Onlangs was ik een paar dagen in Münster en hoewel het nog vroeg in het jaar was, wilde ik toch de botanische tuin zien. De botanische tuin is een tuin van 5 ha. midden in de tuin van het “Slot Münster”, een voormalig bisschoppelijk stadskasteel dat nu wordt gebruikt door de universiteit.

DSCN9963kopIk maakte eerst een rondwandeling door de slottuin, die nog tamelijk kaal was. Maar de rododendrons begonnen al te bloeien en overal hoorde ik vogels. Zodra ik door het hek van de botanische tuin liep, viel me vooral het geel op van de vele soorten narcissen.

DSCN9950kop

DSCN9957kopDoor de hele tuin zag ik die narcissen in allerlei soorten en maten.

Ik zag nog helleborussoorten, soms al uitgebloeid, soms nog in bloei, en veel stinzenplanten:

  • het zomerklokje (Leucojum aestivum),
  • kleine boshyacintjes, bosanemonen
  • en de vingerhelmbloem, een paarse en een witte soort.

De tuin was goed onderhouden. Het was voor mij wat frustrerend dat overal naambordjes stonden van planten die pas later in het jaar uit de grond tevoorschijn zouden komen.

20230330_123152

Naast al die kleine stinzenplantjes waren er ook een paar grote bloeiende blikvangers, zoals

  • bloeiende magnoliasoorten,
  • en de camelia (Camellia Japonica,) 

De ramen van de oranjerie stonden wijd open en daar zag ik Hibiscus, Bougainville en Chinese roos in bloei staan.

Hoewel het een regenachtige dag was, was het net zonnig toen ik hier was. Aan de kassen ben ik daarom niet meer toegekomen. Terwijl ik op een bankje een mandarijntje at, keek ik naar die kassen en ik zag er kamerplanten op reuzenformaat staan. Planten die bij mij in een bescheiden pot staan, worden in zo’n kas zomaar een paar meter hoog. DSCN9975kop

Het was helaas niet de hele dag zonnig. Daarom hier nog een plaatje van het slot Münster, toen het weer er heel anders uit zag. Het vervolg van mijn wandeling hield ik het dan ook niet helemaal droog. De wandeling eindigde in het kleine, wonderschone Museum voor Lakkunst.

20230330_155151kopDe botanische tuin in Münster is echt een tuin waar ik in een ander seizoen nog eens heen wil. Met de trein is het bovendien helemaal niet ver weg. De tuin is het hele jaar door gratis toegankelijk.

Meer informatie over de tuin lees je hier.

En hier over het Museum voor Lakkunst

(Kom er thuis achter dat het Museum eigendom is van BASF)

Oude wijfjes (Ipheion uniflorum)

Toegegeven, de naam “oude wijfjes” klinkt niet bepaald sexy. Toch wil ik hier een lans breken voor dit plantje dat officieel Ipheion uniflorum heet en bekend staat als oude wijfjes. 

RSCN8204 (2)

Wie verzint zo’n naam? Nou, volgens de website van “Groei&Bloei” was het Rita van der Zalm: “Onze ongekroonde bloembollen-koningin Rita van der Zalm gaf haar een oer-Hollandse bijnaam: Oude Wijfjes, vertederend, want Oude Wijfjes zeggen lieve, bescheiden en verstandige dingen.”

Tja, ik zou hier niet durven beweren dat oude wijfjes alleen lieve, bescheiden verstandige dingen zeggen. Maar goed, Ipheion is een bescheiden plantje. Bescheiden, omdat ze klein is en ook omdat ze zich gemakkelijk laat overgroeien door grotere planten. Overigens kwam ik ook nog de naam “voorjaarster” tegen, dat spreekt mij meer aan. 

Onbekend maakt onbemind?

Ipheion is een tamelijk onbekend bolgewasje. Er is weinig over te vinden, ook in het Bloembollenboek van Jacqueline van der Kloet wordt ze slechts zijdelings genoemd. Ik vind dat jammer, want het is een erg leuk plantje. Het blad heeft een uiachtige geur, ze is familie van de ui. 

Het toeval wil dat Ipheion al jaren in mijn moeders tuin staat. Mijn moeder zei dat het plantje  onverwoestbaar was. Dat sprak mij wel aan. Bovendien leek het mij mooi om te combineren met de blauwe druifjes, die al in mijn voortuin staan. Ik groef een paar pollen uit en plantte ze thuis tussen de blauwe druifjes.

Het eerste jaar zag ik er nog niet veel van, maar dit jaar staan ze her en der te bloeien. Het zijn kleine sterretjes, witte bloemetjes met een zweempje blauw. Eén bloemetje per steel. En ze combineren inderdaad mooi met de blauwe druifjes. Ze bloeien tegelijk, maar Ipheion bloeit langer: van maart tot juni. 

DSCN8201 (2)

Een beetje a-typisch 

Ipheion is geen stinsenplant, maar wel een verwilderingsbol. Eigenlijk een beetje a-typisch bolgewas. In tegenstelling tot de meeste voorjaarsbollen komt ze niet uit Turkije, de Kaukasus of verder weg in Azië. Nee, Ipheion komt uit Argentinië en Uruguay. 

Je kan in het voorjaar polletjes uitgraven en verplanten. Ook vermeerderen door pollen op te splitsen, zoals met sneeuwklokjes. Je kan ook bollen kopen (bijv. via de website van Sterke bollen). Maar bijzonder is dat Ipheion zichzelf ook vermeerdert via zaad. Natuurlijk vormen andere bolgewassen ook zaad, maar het duurt jaren en jaren voor je een tulp uit zaad hebt opgekweekt. Dat kun je beter aan de echte kwekers over laten. 

Ipheion houdt van een droge standplaats in de volle zon. Dat maakt haar interessant nu onze tuinen droger worden. Een bepaalde voorkeur voor de grondsoort heeft ze niet, bij mijn moeder staat ze op klei en bij mij op zand.

Plant dus wat oude wijfjes in je tuin, geef ze wat ruimte tegen het overgroeid raken en vergeet die suffe naam meteen.