Van Vleuten naar het Maximapark

Stadse Trage tocht Vleuten (10 km)

De trein naar Vleuten zit mudjevol met sprookjesachtige mensen, elfen m/v, koninginnen, meisjes met bloemen in het haar enz. De mannen zijn in de minderheid, maar ze zijn er wel. Het blijkt dat ze allemaal naar “Elfia” gaan, een sprookjesachtige dag bij kasteel De Haar. Wat dat is weet ik niet. De dames, die ik het vraag, gaan voor de eerste keer en weten het ook niet precies.

DSCN9192

In Vleuten ga ik in mijn eentje rechtsaf, de elfen verzamelen zich bij de bushalte. Tijdens het eerste stuk van deze Trage Tocht bedenk ik dat ik ook beter naar “Elfia” had kunnen gaan. De route slingert door een woonwijk, het is een saai stukje. Pas als ik bij het gemaal kom, wordt het beter. De woonwijk ligt nu aan mijn linkerhand. Aan de rechterkant loop ik in het groen over een graspad langs het water.

Ik volg dit water een tijdje tot ik in de perenwijk kom, de straten hebben hier namen van perenrassen: Clappsperenlaan, Souvenirperenlaan enz. Dan door naar de tuinenbuurt (Heidetuin, Bloementuin enz.) en via een aantal vlonderpaden kom ik bij een winkelcentrum.

Na een kopje koffie ga ik verder voor de betere helft van deze wandeling: richting het Maximapark. Het is leuk om nu eens vanaf deze kant het park binnen te lopen. Meestal ga ik vanaf station Terwijde, dan kom je meteen in de “Binnenhof”. Nu kom ik via brede lanen (de Buitenhof). Het park is hier heel ruim opgezet. 

 

japanse tuin

Als ik het bordje “Japanse tuin” zie, wijk ik van de route af om die te gaan bekijken. De laatste keer dat ik hier was, was hij nog niet af. Nu is er meer “Japans” te zien, mede dankzij de vele rododendrons en azalea’s. En ik zie er een bloeiende sneeuwklokjesboom. Het is niet zo’n soort tuin als die bij Clingendaal, deze is veel ruimer opgezet. In Japan zijn ook niet alle tuinen hetzelfde. (Meer over soorten Japanse tuinen beschreef ik hier).

DSCN9203Over houtsnipperpaden met wat heuveltjes kom ik weer terug op mijn route. Via de Beukenboslaan, waar ik al die blauwe hyacintjes zag uit mijn vorige blog. Over de brug en dan binnendoor naar de Vlinderhof.

DSCN9213kop    vogelmelk

Het is altijd leuk om door de Vlinderhof te wandelen. Een konijntje huppelt voor me uit en lijkt totaal niet bang van mensen. Een aantal echte voorjaarsbloeiers is al uitgebloeid. Hier en daar zie ik vogelmelk en salomonszegel. De alliums beginnen paars te kleuren.

allium

Omdat ik wat langer in de Vlinderhof ben gebleven en ook veel tijd heb besteed aan het bewonderen (en foto’s maken) van de bluebells, maak ik de route niet helemaal af. Waar het Van Dugterenpad naar links buigt, ga ik rechtsaf in de richting van de Oude Utrechtseweg. In plaats van terug te gaan naar het station in Vleuten, opnieuw door een (andere) woonwijk, loop ik zo naar het station Terwijde. Dat is minder woonwijk.

Het was inderdaad een Stadse Trage Tocht. Je vindt hem op de wandelzoekpagina.

Hier meer over de Vlinderhof en over het Maximapark.

Ratelaar (Rhinanthus)

Deze zomer was ik weer eens in het Maximapark. Natuurlijk ging ik bij de Vlinderhof kijken. Onderweg viel me een geel veldje op. Het waren enorm veel ratelaars bij elkaar. Je zag door alle ratelaars het gras bijna niet meer. Dat kan ook wel kloppen want de ratelaar is een halfparasiet die vooral op gras leeft. ratelaar2Ratelaar (Rhinanthus) hoort bij de bremraapfamilie. Het is een eenjarige plant die van arme grond houdt. Hij bloeit vanaf mei tot ongeveer half juli. Als hij de kans krijgt om zaad te zetten, dan zaait hij zichzelf weer uit. Als ze rijp zijn rammelen/ratelen de zaden in de kelk.

(Half)parasieten

Een parasitaire plant leeft/parasiteert op de wortels van een andere plant. Hij haalt al zijn voeding uit die plant. Dat gaat altijd ten koste van de plant waarop hij leeft. Parasieten hebben geen bladgroen, bijvoorbeeld de bremraap is een parasiet.

ratelaar1De ratelaar is een halfparasiet. Hij leeft vooral op de wortels van gras, maar hij heeft wel  bladgroen. Met dat bladgroen (chlorofyl) en het zonlicht, zet een plant koolstofdioxide en water om in glucose. Die glucose zet de plant om in voeding.

(Ik moest even goed nazoeken hoe het ook weer zat met deze fotosynthese. Ik hoop dat ik het zo goed verwoord heb).

De ratelaar (en ook andere halfparasieten) heeft bladgroen en zorgt zelf voor zijn glucosevoeding. Daarnaast heeft een plant ook mineralen nodig, die haalt hij uit de “gastheerplant”. Daarom is hij half parasiet. Maretak of mistletoe is ook een halfparasiet, met als bijzonderheid dat hij niet rechtstreeks op de wortels zit, maar de mineralen via de tak naar binnen haalt.

Het nut van de ratelaar

“Parasiet” klinkt niet positief. Toch heeft de ratelaar zeker nut. Omdat hij vooral op gras leeft, is hij erg gewenst in bloemenweides. Niet alleen omdat het een mooie gele bloem is. Hij onderdrukt het gras, zodat andere bloemen en kruiden meer kans krijgen om zich te ontwikkelen. Vaak zit de ratelaar al in zaaimengsels voor een bloemenweide, maar je kan hem ook apart uitzaaien.

Armeluisorchidee (Tricyrtis formosana)

De armeluisorchidee (Tricyrtis formosana) 

Met luizen heeft de Tricyrtis niets te maken. Een orchidee is het ook niet, het is een lelieachtige (Liliaceae). Hij lijkt wèl wat op een orchidee. De naam armeluisorchidee komt waarschijnlijk uit de tijd dat orchideeën nog chique, dure planten waren. Deze orchidee die een lelie is, was voor de niet zo welgestelde tuineigenaren (arme lui) ook bereikbaar. Een andere naam is paddenlelie, die naam slaat nergens op. Maar zou ooit ontstaan zijn door een fantasieverhaal op de Filipijnen.

Laatbloeiers

De Tricyrtis formosana begint te bloeien in augustus als heel veel andere bloemen juist uitgebloeid raken en kan doorbloeien tot in november. Best een dankbare plant dus. Toch zie je hem niet zo vaak. Ik zag hem voor het eerst in Japan. Hij stond aan de rand van een vijver te bloeien. Toen me gevraagd werd wat het was, moest ik het antwoord schuldig blijven. Ik trapte ook in zijn vermomming en dacht aan een orchidee.

Thuisgekomen liet ik mijn foto’s zien aan een vriend, die hem meteen herkende als de Tricyrtis. Later kwamen we hem tegen in de Vlinderhof in het Maximapark in Utrecht.

Jammer eigenlijk dat je hem niet zo vaak ziet. Het is geen veeleisende plant. Hij heeft wat schaduw nodig en een niet te zware humusrijke grond. Niet alle soorten Tricyrtis uit Azië zijn bij ons winterhard. De planten die je kunt kopen bij een kweker of die je zelf opkweekt uit hier gekocht zaad, zijn dat meestal wel. De plant vormt uitlopers (de zgn. stolonen) die vlak onder de grond liggen en die je ’s winters moet afdekken. Er zijn er ook met gele bloemen, allemaal hebben ze de typische (tijger)vlekken .

Nu te zien

Dus kom je ergens een orchidee tegen die toch geen orchidee is, dan is het vast en zeker de Tricyrtis. Allang niet meer alleen voor arme lui.

 

 

 

 

 

Lente in het Maximapark

Nog steeds is het mooi weer. Maar vanaf donderdag zou het minder worden. Nou ja minder, normaal februariweer. Als het weer je naar buiten lokt en je hebt een vrije dag, dan moet je gaan, vind ik. Ik koos voor een wandeling door het Maximapark.

Ik liep het park binnen vanaf station Terwijde en sloeg eerst linksaf naar de Vlinderhof, die lag er nog kaal bij. Randen lichtblauwe dwergirissen en een geel bloemetje dat ik niet kende. Dat moest ik opzoeken. Het blijkt een hoepelroknarcis te zijn (Narcissus bulbocodium). Wat een feestelijke naam!

Het mooie weer had veel mensen naar buiten gelokt. Het terras aan de vijver zat bomvol, ik was blij dat ik een broodje kaas bij me had. Toen ik op een rustig bankje zat te eten, vlogen heel laag ganzen over. Later zag ik ze aan de waterkant zitten. Waarschijnlijk de grote Canadese gans.

Het Maximapark verbindt de Utrechtse nieuwbouwwijk Terwijde met de dorpen De Meern en Vleuten. Daarom kom je ook huizen en boerderijen tegen in het park en scharrelen er ineens kippen in een beukenhaag.

Via de uitgang aan de kant van Vleuten ging de route het park uit.

In het dorp dronk ik koffie op een terras met uitzicht op een spiegelend kunstwerk.  Prophecies of light advancing light” van David Mackay (2011). Later las ik dat het staat voor de veranderingen in Vleuten door de komst van de nieuwbouwwijk Leidsche Rijn (zie hieronder).

Op de heenweg liep de route langs de zuidkant van het park. Voor de terugweg koos ik de noordkant.

Toen zag ik de futen. Futen zijn zulke mooie vogels. Met hun kuifje en hun roodbruine veren. Ze kunnen onder water zwemmen en heel ergens anders bovenkomen, zodat je op de totaal verkeerde plek gereed staat met je camera. Maar dit stelletje liet zich uitgebreid fotograferen.

Het hoogtepunt van mijn wandeling!

Via dezelfde uitgang als ik waar ik ’s morgens was begonnen verliet ik het Maximapark weer en liep de laatste meters naar NS station Terwijde.

Ik liep een gedeelte van de Groene Wissel Utrecht-Terwijde (Maximapark en Haarrijnse Plas). In totaal 12 km. Ik volgde alleen het eerste stuk tot in Vleuten en wandelde toen mijn eigen route terug naar het station. De route gaat niet langs de Vlinderhof.

Lees hier over het spiegelkunstwerk

Info over het Maximapark

Asclepias tuberosa

Een naam als een Griekse wijsgeer.

Tijdens een bezoek aan de Vlinderhof in september vorig jaar zag ik deze plant met zijn bijzondere zaaddozen staan. Eigenlijk zijn het meer rechtopstaande peulen. Eerder in juni had ik hem niet gezien, toen overheersten roze en paars. Ik kende de plant niet. Nou zegt dat niet zoveel. Maar de vriend met wie ik er was kende hem ook niet en dat zegt wel wat. We zochten de plant op het beplantingsschema. Dat vind ik echt een heel goede service van de Vlinderhof. Er staat een bord met een beplantingsschema waardoor je precies ziet wat waar staat. Ook op hun website hebben ze  zo’n plattegrond staan. Het was de

Asclepias tuberosa 

Bij “tuberosa” weet je dat de plant knollen heeft. Zie bijv. ook de Helianthus tuberosus (zonnebloem met knollen dwz de aardpeer) En Asclepias, de naam die doet denken aan de Griekse wijsgeer? Die is afgeleid van Asklepius, een Griekse halfgod voor geneeskunst en vooral medicijnen. (Daar komt ook het woord esculaap vandaan.) Er werden nl. geneeskrachtige eigenschappen toegedacht aan de knollen van deze plant.

Voordat die bijzondere zaaddozen te zien zijn, bloeit de plant met oranje bloemschermen. Er zijn niet zoveel oranje bloeiers. Ja, je hebt goudsbloemen en afrikaantjes en nog wel een paar planten. Ik heb oranje crocosmia’s. Maar het is geen populaire, “makkelijke” kleur voor de tuin. Je moet deze plant niet kiezen als je veilig “ton-sur-ton” tuiniert. (Hoewel, er zijn ook andere Asclepiassoorten die wit of roze bloeien.)  Je hebt een beetje lef nodig voor zo’n vrolijke kleur. 

De Asclepias komt oorspronkelijk uit Amerika en wordt ook Amerikaanse zijdeplant of knolzijdeplant genoemd. Hij heeft vrij droge luchtige grond nodig. De plantenstelen zijn behaard, een teken dat de plant tegen droogte kan. Die haren kunnen soms huidirritatie geven. Vlinders en bijen houden van de plant, en helaas, ook slakken schijnen er dol op te zijn. De bloeitijd is eind juni tot begin september. Ook de zaaddozen die daarna komen hebben grote sierwaarde.

Onbekend maakt onbemind?

Bij de ene kweker las ik dat hij maar matig winterhard is, en bij een andere kweker dat hij tot -30C kan verdragen, mits in goed gedraineerde grond. Het is in elk geval geen groenblijver. Het feit dat het zo’n onbekende plant is zal wel een reden hebben. Misschien ligt het aan de kleur, misschien is het ook gewoon een moeilijke plant, gezien die nogal verschillende aanwijzingen. Hij houdt er bijvoorbeeld niet van om verplant te worden. Toch het proberen waard. Maar voordat het zover is kan ik altijd nog een bosje kopen bij de bloemist, want daar zag ik ze onlangs staan.

(de foto van de bloeiende Asclepias komt van de website van de Vlinderhof )

Zie ook mijn blog van vorig jaar over de Vlinderhof  of de Website Vlinderhof

 

De Vlinderhof in Utrecht

Schoonheid van de imperfectie

Ik had er al veel over gelezen: de Vlinderhof in het Utrechtse Maximapark, ontworpen door Piet Oudolf, geopend in 2014, aangelegd en onderhouden door vrijwilligers. Piet Oudolf is een van de voortrekkers van natuurlijk tuinieren (ook wel Dutch Wave genoemd). De Dutch Wave kwam al eens aan bod in mijn blog over museum Voorlinden en in “Buiten is het groen“. Hoog tijd voor mij om eens in de Vlinderhof te gaan kijken.

Het Maximapark is 200 ha groot en ligt in het nieuwe stuk van Utrecht (tussen Leidsche Rijn en Vleuten). In het park is nog veel terug te zien van de oorspronkelijke natuur. Het is waterrijk met de natuurlijke begroeiing van riet, wilgen, lissen. Ook zag ik rietorchissen en zwanenbloemen. Overal bloeiden wilde planten: kaasjeskruid, ratelaar, wilgenroosje. Er lopen fietspaden doorheen en er is zelfs een trekpontje. In een hoek van het park, afgeschermd door struiken, ligt de Vlinderhof. De tuin is ook openbaar toegankelijk en er wordt goed gebruik van gemaakt. Er zaten fietsers op een bankje uit te rusten, er wordt yoga gedaan en af en toe is er een tuinconcert.

Schilderen met planten

Voor mij is dit “schilderen met planten”. Ogenschijnlijk willekeurige groepjes planten vormen samen de tuin. Soms hoog, soms laag, kleuren die mooi bij elkaar passen paars, blauw, wit, geraniums, grassen en dan opeens knalt er een groep geel duizendblad tussendoor.

   

Ogenschijnlijk willekeurig, want er ligt een zeer gedetailleerd beplantingsschema aan ten grondslag. Dit is terug te vinden op de website van de Vlinderhof, compleet met een lange plantenlijst.

De tuin wordt onderhouden door vrijwilligers, die de oorspronkelijke beplanting in stand houden, maar niet al te zeer ingrijpen. Uitgebloeide planten met verschillende bruintinten en mooie zaaddozen blijven staan. Je zou dit rommelig kunnen vinden, maar het hoort helemaal bij het ontwerp van de tuin.

Er zijn vele soorten tuinen, strakke tuinen, thematuinen, geurtuinen, pluktuinen. Allemaal meer of minder mooi in zijn soort en ik wandel er graag rond. Maar ontroerd raak ik door dit soort tuin: een tuin als een impressionistisch schilderij, waarin ook plaats is voor het imperfecte. Zoals ook in het leven niet alles perfect is en hoeft te zijn.

Tot slot: het Maximapark is erg groot. In het park staan af en toe bordjes die naar de Vlinderhof verwijzen, maar het is handiger om van tevoren de plattegrond te downloaden.

Voor wie meer wil lezen:

Website Maximapark/Vlinderhof 

Beplantingsschema met plantennamen: plantenkaart

Informatie over Dutch Wave, Piet Oudolf en de Vlinderhof: achtergrondinfo